wereldlijk
Nederlands
Woordafbreking
- we·reld·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wereldlijk | wereldlijker | wereldlijkst |
verbogen | wereldlijke | wereldlijkere | wereldlijkste |
partitief | wereldlijks | wereldlijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
wereldlijk
- betrekking hebbend op deze wereld, in tegenstelling tot met name het hiernamaals of de kerk
- De koning vertegenwoordigde de wereldlijke, de paus de geestelijke macht.
Vertalingen
1. betrekking hebbend op deze wereld, in tegenstelling tot met name het hiernamaals of de kerk
Gangbaarheid
- Het woord wereldlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wereldlijk' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.