wegrace
Nederlands
![](../I/m/NMB_Wijnandsrade_Wegrace_500cc_Training_1977_-_panoramio.jpg)
wegrace
Woordafbreking
- weg·race
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weg zn en race zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegrace | wegraces |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
wegrace v/m [1]
- (sport) race op de openbare weg met fiets of motorvoertuig
- Twee mannen die volgens justitie in maart een ongeval veroorzaakten tijdens een wegrace in Rotterdam, moeten zich maandag voor de rechtbank verantwoorden. [2]
- Van Vleuten, thuis aan het herstellen van een bij de WK-wegrace opgelopen kniebreuk, zei vaker dat tijdritten voor vrouwen wat haar betreft net zo lang als die voor de mannen mogen zijn. "Maar voor mij persoonlijk maakt het niet zo veel uit. Ik kan goed uit de voeten in korte prologen en in langere tijdritten." [3]
- Dovizioso eindigt het wereldkampioenschap als tweede. Rossi beëindigt zijn 23e seizoen in het WK wegrace als derde in de MotoGP, de klasse waarin de 39-jarige Italiaan zeven wereldtitels vergaarde. [4]
Antoniemen
- baanrace
Verwante begrippen
- wegracer
Gangbaarheid
- Het woord wegrace staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wegrace' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Reformatorisch Dagblad 2 juli 2004 Justitie vervolgt Rotterdamse straatracers
- Tubantia 10 oktober 2018 Olympische tijdrit over heuvelachtig parcours bij Mount Fuji
- Tubantia 18 november 2018 Márquez onderuit tijdens crashfestival in Valencia, Dovizioso wint
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.