wegrace

Nederlands

wegrace
Uitspraak
  • Geluid:  wegrace    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɛxres/
Woordafbreking
  • weg·race
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegrace wegraces
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

wegrace v/m [1]

  1. (sport) race op de openbare weg met fiets of motorvoertuig
    • Twee mannen die volgens justitie in maart een ongeval veroorzaakten tijdens een wegrace in Rotterdam, moeten zich maandag voor de rechtbank verantwoorden. [2] 
    • Van Vleuten, thuis aan het herstellen van een bij de WK-wegrace opgelopen kniebreuk, zei vaker dat tijdritten voor vrouwen wat haar betreft net zo lang als die voor de mannen mogen zijn. "Maar voor mij persoonlijk maakt het niet zo veel uit. Ik kan goed uit de voeten in korte prologen en in langere tijdritten." [3] 
    • Dovizioso eindigt het wereldkampioenschap als tweede. Rossi beëindigt zijn 23e seizoen in het WK wegrace als derde in de MotoGP, de klasse waarin de 39-jarige Italiaan zeven wereldtitels vergaarde. [4] 
Antoniemen
  • baanrace
Verwante begrippen
  • wegracer

Gangbaarheid

  • Het woord wegrace staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.