weemoed

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wee·moed
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘melancholie’ voor het eerst aangetroffen in 1814 [1]
  • samenstelling van  wee zn  en  gemoed zn  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord weemoed -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

weemoed m

  1. gevoel van treurnis, verdriet, nostalgie
    • Hij dacht met weemoed aan de goede tijden van weleer. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord weemoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.