concours

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·cours
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wedstrijd’ voor het eerst aangetroffen in 1791 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord concours concoursen
verkleinwoord concoursje
concourstje
concoursjes
concourstjes

Zelfstandig naamwoord

concours o

  1. wedstrijd op een bepaald vakgebied vaak is er sprake van een jury die de prestatie beoordeelt.
    • De later zo beroemde pianist heeft vroeger het Concours Reine Elisabeth gewonnen. 
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord concours staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.