waterfiets

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·fiets
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterfiets waterfietsen
verkleinwoord waterfietsje waterfietsjes

Zelfstandig naamwoord

waterfiets v/m

  1. (scheepvaart) een vaartuig met een aandrijving zoals op fietsen waarmee men zich over het water kan voortbewegen door middel van het trappen op pedalen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • waterfietser
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord waterfiets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Werkwoord

vervoeging van
waterfietsen

waterfiets

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waterfietsen
    • Ik waterfiets. 
  2. gebiedende wijs van waterfietsen
    • Waterfiets! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waterfietsen
    • Waterfiets je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.