wasser

Nederlands

Niet te verwarren met: Wasser

Uitspraak

Geluid: wasser (hulp, bestand)

Woordafbreking

was·ser

Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van wassen met het achtervoegsel -er [1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	wasser	wassers
verkleinwoord	wassertje	wassertjes

Zelfstandig naamwoord

wasser m [2]

(beroep) iemand die wast

Verwante begrippen

bleker

Hyponiemen

bordenwasser, gaswasser, glazenwasser, goudwasser, kannenwasser, lijkenwasser, luchtwasser, ruitenwasser, zakkenwasser

Vertalingen

1.

Spaans: lavandero ^(es) m

Gangbaarheid

Het woord wasser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wasser' herkend door:

87 %	van de Nederlanders;
87 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.