patent
Nederlands
Woordafbreking
- pa·tent
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘octrooi’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1588 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | patent | patenten |
verkleinwoord | patentje | patentjes |
Zelfstandig naamwoord
patent m [3]
- (juridisch) wettelijke verklaring dat je als bedenker de enige bent die het bedachte mag gebruiken
- Voor een perpetuum mobile kun je geen patent krijgen.
- wettelijke verklaring dat een beroep, bedrijf of handwerk mag uitvoeren
- Een patent hebben op liegen.
Hyponiemen
- softwarepatent
Afgeleide begrippen
- patentblauw, patentbloem, patentbureau, patentgeneesmiddel, patenthouder, patentmeel, patentolie, patentsteek, patenttroll, patentwet
Vertalingen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | patent | patenter | patentst |
verbogen | patente | patentere | patentste |
partitief | patents | patenters | - |
Woordherkomst en -opbouw
Gangbaarheid
- Het woord patent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'patent' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "patent" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- patent op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- patent op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Roemeens
![](../I/m/Knipex_03_01_200.jpg)
Patent
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.