octrooi
Nederlands
Woordafbreking
- oc·trooi
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘patent’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1817 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | octrooi | octrooien |
verkleinwoord | octrooitje | octrooitjes |
Zelfstandig naamwoord
octrooi o
- machtiging om een bepaalde tijd als enige, met uitsluiting van anderen, van een uitvinding te kunnen profiteren
- Wie een octrooi aanvraagt, moet tot in detail openbaar maken hoe zijn uitvinding tot stand is gekomen.
Vertalingen
1. machtiging om een bepaalde tijd als enige, met uitsluiting van anderen, van een uitvinding te kunnen profiteren
Gangbaarheid
- Het woord octrooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'octrooi' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.