wanmand

Nederlands

1. Wanmand, met daarin wat graan.
Uitspraak
  • Geluid:  wanmand    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɑnmɑnt/
Woordafbreking
  • wan·mand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wanmand wanmanden
verkleinwoord wanmandje wanmandjes

Zelfstandig naamwoord

wanmand m/v

  1. (landbouw) gevlochten schaal bestemd om graan te zuiveren van kaf door het in de wind op te werpen en weer op te vangen
    • Mijn buurman stond op zijn zolder, mede aan de achterzij van zijn huis, met een groote wanmand voor 't open venster te schudden en te blazen. [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'wanmand' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.