vélocipède

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vé·lo·ci·pè·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘primitieve fiets’ voor het eerst aangetroffen in 1867 [1]
  • in het begin van de 19e eeuw uit het Frans vélocipède
enkelvoud meervoud
naamwoord vélocipède vélocipèdes
verkleinwoord vélocipèdetje vélocipèdetjes

Zelfstandig naamwoord

vélocipède m

  1. aanduiding voor de vroege modellen van de fiets
  2. (verouderd) fiets
Afgeleide begrippen
  • velocipedist
  • velocipediste
Overerving en ontlening

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord vélocipède staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
  • IPA: /velɔsiˈpɛd/
Woordafbreking
  • vé·lo·ci·pède
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

vélocipède m

  1. vélocipède
  2. (verouderd) fiets
Synoniemen
  • bicyclette
Overerving en ontlening
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.