vruchtgenot
Nederlands
Woordafbreking
- vrucht·ge·not
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vrucht en genot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vruchtgenot | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
vruchtgenot o
- (juridisch) zakelijk recht om een anders goed te gebruiken en de vruchten daarvan te trekken, alsof men zelf eigenaar was
Gangbaarheid
- Het woord vruchtgenot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vruchtgenot' herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.