vruchtgebruik

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrucht·ge·bruik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vruchtgebruik -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

vruchtgebruik o

  1. (juridisch) zakelijk recht om een anders goed te gebruiken en de vruchten daarvan te trekken, alsof men zelf eigenaar was

Gangbaarheid

  • Het woord vruchtgebruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.