vruchtboom

Nederlands

Uitspraak

Geluid: vruchtboom (hulp, bestand)

Woordafbreking

vrucht·boom

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van vrucht en boom

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vruchtboom	vruchtbomen
verkleinwoord	vruchtboompje	vruchtboompjes

Zelfstandig naamwoord

vruchtboom m [1]

(plantkunde) boom die eetbare vruchten voortbrengt

Synoniemen

fruitboom, ooftboom

Vertalingen

1. boom die eetbare vruchten voortbrengt

Afrikaans: vrugteboom ^(af)
Deens: frugttræ ^(da) o
Duits: Obstbaum ^(de) m
Engels: fruit tree ^(en)
Frans: arbre fruitier ^(fr) m

Noors: frukttre ^(no) o
Nynorsk: frukttre ⁽ⁿⁿ⁾ o
Spaans: árbol frutal ^(es) m, frutal ^(es) m
Zweeds: fruktträd ^(sv) o

Gangbaarheid

Het woord vruchtboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.