vrijlopen
Nederlands
Woordafbreking
- vrij·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vrij en lopen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vrijlopen |
liep vrij |
vrijgelopen |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
vrijlopen [1]
- onovergankelijk (sport) zo lopen dat men vrij is van dekking van een tegenstander
Gangbaarheid
- Het woord vrijlopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vrijlopen' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.