vrijlopen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrij·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vrijlopen
liep vrij
vrijgelopen
klasse 7 volledig

Werkwoord

vrijlopen [1]

  1. onovergankelijk (sport) zo lopen dat men vrij is van dekking van een tegenstander
Verwante begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

vrijlopen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vrijloop

Gangbaarheid

  • Het woord vrijlopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.