vrek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrek
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘gierigaard’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord vrek vrekken
verkleinwoord vrekje vrekjes

Zelfstandig naamwoord

vrek v/m

  1. iemand die ongepaste zuinigheid betracht
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vrek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
vrek
gevrek
volledig

Werkwoord

vrek

  1. verrekken, doodgaan, omkomen
  1. «Eerst was dit malaria, toe vrek die trekdiere en eindelik was al die voedselvoorraad op.»
    Eers was er malaria, toen gingen de trekdieren dood en uiteindelijk was de hele voedselvoorraad op.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.