vooruitlopen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vooruitlopen    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /vo̝ːˈrœʏ̯tˌlopə(n)/, /vo̝ːˈrʌʏ̯tˌloʊ̯pə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /voːˈrœːtˌloːpə(n)/
Woordafbreking
  • voor·uit·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vooruitlopen
liep vooruit
vooruitgelopen
klasse 7 volledig

Werkwoord

vooruitlopen

  1. inergatief anticiperen op.
  2. ergatief vooruitgaan, eerder dan anderen op weg gaan.
Synoniemen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord vooruitlopen -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

vooruitlopen o

Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vooruitlopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.