vooruitlopen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vooruitlopen (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /vo̝ːˈrœʏ̯tˌlopə(n)/, /vo̝ːˈrʌʏ̯tˌloʊ̯pə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /voːˈrœːtˌloːpə(n)/
Woordafbreking
- voor·uit·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vooruit bw en lopen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vooruitlopen |
liep vooruit |
vooruitgelopen |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
vooruitlopen
- inergatief anticiperen op.
- ergatief vooruitgaan, eerder dan anderen op weg gaan.
Zelfstandig naamwoord
vooruitlopen o
Gangbaarheid
- Het woord vooruitlopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vooruitlopen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.