voorsmaak
Nederlands
Woordafbreking
- voor·smaak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor vz en smaak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorsmaak | voorsmaken |
verkleinwoord | voorsmaakje | voorsmaakjes |
Zelfstandig naamwoord
voorsmaak m [1]
- een smaak gewaarwording hebben voordat men iets echt eet of drinkt; iets gewaarworden dat in de toekomst zal gebeuren
- Wie er drie jaar geleden bij was toen Boris Giltburg het Derde pianoconcerto van Rachmaninov speelde, zal zich de vonk herinneren die dan door de lucht sloeg. Niet dat Beyer dinsdag dezelfde euforie veroorzaakte, maar in zijn wonderlijke spel proefde je toch de voorsmaak van iets heel bijzonders.[2]
- Zowel in de VS als in de eurozone was de inflatie in oktober vrijwel volledig verdwenen. In beide economieën lag de jaarwijziging van de consumptieprijzen in die maand maar net boven de 0 procent. De sterker dan verwachte stijging van die inflatie in november tot 0,5 procent in de VS gaf er alvast een voorsmaak van dat dit niet eeuwig zo zal blijven, waarschuwt Dieter Guffens, senior econoom bij KBC Groep.[3]
Gangbaarheid
- Het woord voorsmaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voorsmaak' herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard 25/05/2016 Tom Janssens Dag 2: Spelen van start tot finish
- de Standaard 18/12/2015 om 17:02 door Dieter Guffens Hogere inflatie op komst
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.