voorn

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voorn
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘beenvis’ voor het eerst aangetroffen in 1377 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord voorn voorns
verkleinwoord voorntje voorntjes

Zelfstandig naamwoord

voorn m

  1. (vissen) verzamelnaam voor een groep zoetwatervissen, meestal met rode of oranje vinnen, behorende tot de eigenlijke karpers
    • Een voorn vreet waterplanten als het water warm is. 
Synoniemen
Hyponiemen
  • rietvoorn, roetvoorn, ruisvoorn
  • roodvoorn (Scardinius erythrophthalmus)
  • blankvoorn (Rutilus rutilus)
  • bittervoorn (Rhodeus sericeus amarus)
  • kopvoorn (Leuciscus cephalus)
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voorn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
53 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.