voordek
Nederlands
Woordafbreking
- voor·dek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor vz en dek zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voordek | voordekken |
verkleinwoord | voordekje | voordekjes |
Zelfstandig naamwoord
voordek o [2]
- (scheepvaart) dek voor de kajuit
- De mariniers voeren al flipperend een 15 meter lange, uitschuifbare paal –met haak en treden– mee. 3.19 uur. Aan bakboord richten ze het gevaarte op uit het water. Met een zacht ”klonggg” haakt de paal zich vast op het voordek van de Sir Tristram. Een zoeklicht vanaf de brug glijdt over het water. Onraad? De mariniers houden hun adem in. Even later dooft het licht weer. Loos alarm. [3]
- Een jongen als Carlo Huisman staat voor het eerst in zijn leven op het voordek en is nu al een wereldtopper.” De achterstand in het klassement van 10 punten op koploper Dongfeng is dan ook niet onoverbrugbaar, denkt Bekking. ,,We kunnen weer omhoog kijken.” [4]
Gangbaarheid
- Het woord voordek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voordek' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- voordek op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Reformatorisch Dagblad Gerard ten Voorde 19-02-2016 Mariniers bevrijden gijzelaars van gekaapt Nederlands vrachtschip
- de Tubantia Rik Spekenbrink 04-04-18 Bekking zou zege graag ruilen voor leven van Fisher
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.