voogdes
Nederlands
Woordafbreking
- voog·des
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voogdes | voogdessen |
verkleinwoord | voogdesje | voogdesjes |
Hyponiemen
- gezinsvoogdes, kloostervoogdes, landvoogdes, slotvoogdes, strandvoogdes
Vertalingen
1. Iemand die als vervanger het ouderlijk gezag uitoefent
Gangbaarheid
- Het woord voogdes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voogdes' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.