vont

Nederlands

Uitspraak

Geluid: vont (hulp, bestand)
IPA: / ˈvɔnt /

Woordafbreking

vont

Woordherkomst en -opbouw

[1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vont	vonten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

vont v / m [2] [3] [4]

bekken (op voetstuk), bestemd voor het gewijde doopwater, doopvont

Verwante begrippen

kom

Hyponiemen

doopvont

Vertalingen

1.

Engels: basin ^(en), bowl ^(en), pelvis ^(en)

Spaans: barreño ^(es) m, jofaina ^(es) v, lebrillo ^(es) m

Gangbaarheid

Het woord vont staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vont' herkend door:

25 %	van de Nederlanders;
29 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

Frans

Werkwoord

vont

derde persoon meervoud tegenwoordige tijd van aller

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.