voetenbad

1. bak waarin het onderste deel van de benen kan worden gewassen
2. onderdompeling van het onderste deel van de benen in water

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voetenbad    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvutə(n)bɑt/
Woordafbreking
  • voe·ten·bad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voetenbad voetenbaden
verkleinwoord voetenbadje voetenbadjes

Zelfstandig naamwoord

voetenbad o

  1. bak waarin het onderste deel van de benen kan worden gewassen
    • Het besmette lavendelbad en voetenbad zijn nog altijd gesloten. [1]
  1. onderdompeling van het onderste deel van de benen in water
    • Denk aan een warm voetenbad, warme drank, een goede maaltijd, een warme kruik aan de voeten of seks. [2]
  1. (figuurlijk) gemorste koffie of thee op het schoteltje onder een kopje, laagje water waar een voorwerp in staat
    • In een voetenbad water vertrekken de bloemen op hun karren naar ongeduldige vrachtwagens die vliegtuig of boot niet mogen missen. [3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord voetenbad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.