voetballer
Nederlands
Woordafbreking
- voet·bal·ler
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van voetballen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voetballer | voetballers |
verkleinwoord | voetballertje | voetballertjes |
Zelfstandig naamwoord
voetballer m
- De voetballer kreeg veel aandacht van het publiek.
Hyponiemen
- amateurvoetballer
- beroepsvoetballer
- profvoetballer
- stervoetballer
- topvoetballer
Afgeleide begrippen
- oud-voetballer
- ex-voetballer
Vertalingen
1. een persoon die de sport voetbal beoefent
Gangbaarheid
- Het woord voetballer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voetballer' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.