vlieten
Nederlands
Woordafbreking
- vlie·ten
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘stromen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1220 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vlieten /'vlitə(n)/ |
vloot /'vlot/ |
gevloten /ɣə'vlotə(n)/ |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
vlieten
- ergatief (formeel) zachtjes vloeien of stromen
- Het water is door de sterke regenval op een aantal plaasen over de dam gevloten.
- ergatief (formeel) als iets vluchtigs voorbijgaan
- Terwijl [Hans] Andreas de drama's van goed en fout, van leven en dood, direct aan de lijve ondervonden heeft, is het groots en meeslepende aan [Adriaan R.] Holst voornamelijk voorbij gevloten.
Vertalingen
1. formeel: zachtjes vloeien of stromen
2. formeel: als iets vluchtigs voorbijgaan
Gangbaarheid
- Het woord vlieten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vlieten' herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.