flow

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  flow    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈflo/
Woordafbreking
  • flow
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord flow flows
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

flow m/v

  1. (muziek) (jazz) doorgaand ritme
    • Het duurde een paar nummers, maar toen de drummer eenmaal op gang kwam kreeg Baba Commandant de flow die essentieel is in afrobeat. [1]
  1. (muziek) (rap) woordritme, woordkeuze, intonatie en snelheid als samenhangend en doorlopend geheel
    • Snoop rapt met zijn vertrouwd achteloze flow. [2]
  1. (psychologie) mentale toestand waarin iemand helemaal opgaat in een bezigheid
    • Je lichaam maakt onder stress extra adrenaline aan, waardoor je in een flow raakt. Dat kan goed zijn voor je concentratie. [3]
  1. reeks successen die het gevoel van onoverwinnelijkheid geven
    • Roger Federer verloor op de Australian Open kansloos van Novak Djokovic. De flow die de Zwitser ooit had lijkt doorbroken. [4]

Werkwoord

vervoeging van
flowen

flow

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flowen
    • Ik flow. 
  2. gebiedende wijs van flowen
    • Flow! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flowen
    • Flow je? 

Gangbaarheid

  • Het woord flow staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
vervoeging
onbepaalde wijs to flow
he/she/it flows
verleden tijd flowed
voltooid
deelwoord
flowed
onvoltooid
deelwoord
flowing
gebiedende wijs flow

Werkwoord

flow

  1. vlieten, vloeien, stromen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.