vleieren
Nederlands
![](../I/m/Stone_skimming_-Patagonia-9Mar2010.jpg)
keilderen: ketsen
Woordafbreking
- vlei·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
- frequentatief gevormd uit vleien "ketsen" met het achtervoegsel -er of van vleier "steentje om mee te ketsen" met de uitgang -en die de infinitief van een werkwoord vormt [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vleieren |
vleierde |
gevleierd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
vleieren
Gangbaarheid
- Het woord 'vleieren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.