vleesschotel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlees·scho·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vleesschotel vleesschotels
verkleinwoord vleesschoteltje vleesschoteltjes

Zelfstandig naamwoord

vleesschotel v / m

  1. (voeding) gerecht met als hoofdbestanddeel vlees, vleesgerecht
  2. (huishouden) schotel voor het opdienen van vlees

Gangbaarheid

  • Het woord vleesschotel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.