veterinair

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ve·te·ri·nair
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘diergeneeskundig’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van het Franse vétérinaire met het achtervoegsel -air [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord veterinair veterinairs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

veterinair m

  1. (medisch) (beroep) dierenarts
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen veterinairveterinairderveterinairst
verbogen veterinaireveterinairdereveterinairste
partitief veterinairsveterinairders-

Bijvoeglijk naamwoord

veterinair [3]

  1. (medisch) diergeneeskundig, veeartsenijkundig
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord veterinair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.