verzuilen
Nederlands
Woordafbreking
- ver·zui·len
Werkwoord
verzuilen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verzuilen |
verzuilde |
verzuild |
zwak -d | volledig |
- een samenleving verdelen naar politieke richting en kerkelijke gezindheid en dus niet naar sociaal-economische klasse
- Maar mensen willen zichzelf graag in hokjes stoppen, tegenwoordig. De belofte van internet was dat ieder zijn eigen CNN kon zijn. In praktijk gingen mensen zichzelf verzuilen. Je eigen gelijk kun je crowdsourcen — het is als de collectebus waarmee gereformeerden of communisten ooit hun blaadjes financierden. Journalistiek als preek voor eigen parochie.[2]
- De omroepen waren ‘te links’ en moesten weer verzuilen. Dat deden ze, onder meer met nieuwsrubriek Uitgesproken. Die stopt nu. Prompt laait het verzuilingsdebat weer op.[3]
Antoniemen
- stratificeren
Gangbaarheid
- Het woord verzuilen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verzuilen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Arjen van Veelen 29 november 2014
- NRC Jan Benjamin 17 maart 2011
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.