verzamelen
Nederlands
Woordafbreking
- ver·za·me·len
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘vergaren’ voor het eerst aangetroffen in 1444 [1]
- Afgeleid van het verouderde werkwoord verzamenen
- afgeleid van zamelen met het voorvoegsel ver- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verzamelen |
verzamelde |
verzameld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verzamelen
- overgankelijk bijeenbrengen
- overgankelijk een verzameling hebben of aanleggen van
- wederkerend zich ~: bijeenkomen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. bijeenbrengen
2. een verzameling hebben of aanleggen
|
3. bijeenkomen
Gangbaarheid
- Het woord verzamelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verzamelen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.