zamelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·me·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zamelen
zamelde
gezameld
zwak -d volledig

Werkwoord

zamelen

  1. overgankelijk beetje bij beetje bijeenbrengen
    • In de meeste provinciën worden tamme bijen gehouden; maar verreweg de grootste hoeveelheid wordt van de wilde bijen gezameld.[2] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zamelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
38 %van de Nederlanders;
36 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. zamelen op website: Etymologiebank.nl
  2. blz 99 Het Nederlandsch magazijn, Volume 1
    Uitgeverij Van Es, 1836
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.