vervuilen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: vervuilen (hulp, bestand)
IPA: / vərˈvœylər /

Woordafbreking

ver·vui·len

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van vuil met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
vervuilen	vervuilde	vervuild
zwak -d	volledig

Werkwoord

vervuilen

overgankelijk bezoedelen met verontreinigingen

- Het overmatig gebruik van kunstmest vervuilde het oppervlaktewater.
ergatief het proces van ophoping van gifstoffen

- Dat meer is in de laatste tien jaar erg vervuild.

Afgeleide begrippen

gevervuil, vervuilder, vervuiler, vervuiling

Vertalingen

1. bezoedelen met verontreinigingen

Duits: verunreinigen ^(de), verschmutzen ^(de)
Engels: pollute ^(en)

Frans: polluer ^(fr)
Spaans: contaminar ^(es)

Gangbaarheid

Het woord vervuilen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vervuilen' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.