vervelen
Nederlands
Woordafbreking
- ver·ve·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘niet boeien, te veel zijn’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
- Afgeleid van veel met het voorvoegsel ver- met het achtervoegsel -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vervelen |
verveelde |
verveeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
vervelen
- overgankelijk saai zijn, en gevoelens van onlust bij iemand oproepen
- inergatief klieren
- wederkerend zich ~: niet weten wat te doen
Uitdrukkingen en gezegden
- (in België) verveeld zitten met iets
Vertalingen
3. zich ~: niet weten wat te doen
verveeld zitten met iets
|
Gangbaarheid
- Het woord vervelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vervelen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.