verslaggever
Nederlands
Woordafbreking
- ver·slag·ge·ver
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verslaggeven met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verslaggever | verslaggevers |
verkleinwoord | verslaggevertje | verslaggevertjes |
Zelfstandig naamwoord
verslaggever m
- Er stond een menigte verslaggevers op hem te wachten.
Hyponiemen
- radioverslaggever, sportverslaggever, televisieverslaggever
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord verslaggever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verslaggever' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.