verloofde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·loof·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verloofde verloofden m
verloofdes v
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

verloofde m/v

  1. iemand die toegezegd heeft met een partner in het huwelijk te willen treden
    • Hij ging met zijn verloofde op vakantie. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • ex-verloofde
Vertalingen

Deelwoord

verloofde

  1. verbogen vorm van het voltooid deelwoord verloofd van verloven

Bijvoeglijk naamwoord

verloofde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van verloofd

Werkwoord

vervoeging van
verloven

verloofde

  1. enkelvoud verleden tijd van verloven
    • Ik verloofde. 
    • Jij verloofde. 
    • Hij, zij, het verloofde. 

Gangbaarheid

  • Het woord verloofde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie


Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord verloofde verloofdes

Zelfstandig naamwoord

verloofde

  1. verloofde
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.