verifiëren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ve·ri·fië·ren, ve·ri·fi·eren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘de echtheid onderzoeken’ voor het eerst aangetroffen in 1467 [1]
  • Naamwoord van handeling van het OudFranse vérifier (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verifiëren
verifieerde
geverifieerd
zwak -d volledig

Werkwoord

verifiëren

  1. overgankelijk nagaan, controleren
    • Uw bankgegevens worden nu geverifieerd. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verifiëren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.