verhaalbaar
Nederlands
Woordafbreking
- ver·haal·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | verhaalbaar | verhaalbaarder | verhaalbaarst |
verbogen | verhaalbare | verhaalbaardere | verhaalbaarste |
partitief | verhaalbaars | verhaalbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
verhaalbaar [1]
- iemand anders verantwoordelijk kunnen stellen voor een geleden schade
- Rijkswaterstaat (RWS) heeft in 2015 een kostbare blunder begaan bij de aanschaf van vier opblaasbare speedboten voor de Kustwacht. Bij de aanbesteding van twee van de vier zogenoemde Rigid Hull Inflatable Boats (RHIB’s) heeft RWS een fout gemaakt waardoor de boten onbruikbaar bleken. De gemaakte kosten zijn niet verhaalbaar [is] op derden, waardoor RWS strop van een miljoen euro heeft opgelopen. [2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord verhaalbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verhaalbaar' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- HP de Tijd 21 AUG 2018 Minister bekent fout bij aankoop boten
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.