vergemakkelijken
Nederlands
Woordafbreking
- ver·ge·mak·ke·lij·ken
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van gemakkelijk met het voorvoegsel ver-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vergemakkelijken |
vergemakkelijkte |
vergemakkelijkt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
vergemakkelijken
- overgankelijk iets eenvoudiger of makkelijker maken
- Het internet vergemakkelijkte de verspreiding van informatie.
Vertalingen
1. iets eenvoudiger of makkelijker maken
Gangbaarheid
- Het woord vergemakkelijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vergemakkelijken' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.