vergemakkelijkt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ge·mak·ke·lijkt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van vergemakkelijken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
vergemakkelijken

vergemakkelijkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergemakkelijken
    • Jij vergemakkelijkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergemakkelijken
    • Hij vergemakkelijkt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van vergemakkelijken
    • Vergemakkelijkt! 
  4. voltooid deelwoord van vergemakkelijken
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.