vergemakkelijkt
Nederlands
Woordafbreking
- ver·ge·mak·ke·lijkt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van vergemakkelijken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vergemakkelijken |
vergemakkelijkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergemakkelijken
- Jij vergemakkelijkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergemakkelijken
- Hij vergemakkelijkt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van vergemakkelijken
- Vergemakkelijkt!
- voltooid deelwoord van vergemakkelijken
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.