venkel
![](../I/m/Fenouil.jpg)
Venkel.
Nederlands
Woordafbreking
- ven·kel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1225 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | venkel | venkels |
verkleinwoord | venkeltje | venkeltjes |
Zelfstandig naamwoord
venkel v/m
- (plantkunde) (groente) Foeniculum vulgare, een naar anijs smakende groente
Vertalingen
1. Foeniculum vulgare, een naar anijs smakende groente
Gangbaarheid
- Het woord venkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'venkel' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.