velen
Nederlands
Woordafbreking
- ve·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘verdragen, dulden’ voor het eerst aangetroffen in 1440 [1]
- (erfwoord), mogelijk van dezelfde stam als bevelen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
velen |
veelde |
geveeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
velen
- Ik kan dat niet velen.
- Afwijkend gedrag werd niet geveeld.
Vertalingen
1.
Opmerkingen
- Het werkwoord wordt buiten de onbepaalde wijs weinig gebruikt
Onbepaald hoofdtelwoord
- zelfstandig gebruikt onbepaald hoofdtelwoord voor personen
- Velen zouden dat nooit doen.
Gangbaarheid
- Het woord velen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'velen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Spaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.