vasthouden
![](../I/m/Girl_sitting_in_Central_Park_New_York_City.jpg)
Ze houdt de hond vast.
Nederlands
Woordafbreking
- vast·hou·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vast en houden [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vasthouden |
hield vast |
vastgehouden |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
vasthouden
- overgankelijk beletten dat iets losgaat
- Hij hield de hamer stevig vast.
Gangbaarheid
- Het woord vasthouden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vasthouden' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.