vadi

Azeri
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Arabische وادي‎ (wādī; wadi, vallei). Het Nederlandse wadi komt van dezelfde oorsprong.

Zelfstandig naamwoord

vadi

  1. (aardrijkskunde) vallei, dal


Esperanto
Uitspraak
  • IPA: /ˈvadi/
Woordafbreking
  • va·di
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Engelse wade of het Duitse waten (allebei met de betekenis "waden").

Werkwoord

vadi

  1. waden, door het water lopen
Vervoeging
infinitief   vadi  
tegenwoordige tijd   vadas  
verleden tijd   vadis  
toekomende tijd   vados  
voorwaardelijke wijs   vadus  
gebiedende wijs   vadu  


Nynorsk

Zelfstandig naamwoord

vadi

  1. verouderde spelling of vorm van vada van vóór 2012
(verouderd) bepaalde vorm nominatief meervoud van vad, o


Turks
Uitspraak
  • IPA: /vaˈdɪ/
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Arabische وادي‎ (wādī; wadi, vallei). Het Nederlandse wadi komt van dezelfde oorsprong.

Zelfstandig naamwoord

vadi

  1. (aardrijkskunde) vallei, dal
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.