vaccinatiedwang

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vac·ci·na·tie·dwang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vaccinatiedwang -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

vaccinatiedwang m [1]

  1. (juridisch) (medisch) wettelijke verplichting tot vaccinatie

Gangbaarheid

  • Het woord 'vaccinatiedwang' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.