unster

[1] Een unster.
[2] Een unster.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  unster    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʌnstər/
Woordafbreking
  • un·ster
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘weegtoestel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1472 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord unster unsters
verkleinwoord unstertje unstertjes

Zelfstandig naamwoord

unster v / m

  1. een eenvoudig weegtoestel gebaseerd op een balans met ongelijke armen
    • Hij hield de zware zak op aan een unster om het gewicht te bepalen. 
  1. een eenvoudig weegtoestel gebaseerd op de rek van een veer
    • Met de unster kon hij de uitgeoefende zwaartekracht aflezen. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord unster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
26 %van de Nederlanders;
7 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord unster unsters

Zelfstandig naamwoord

unster

  1. unster
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.