universaliteit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uni·ver·sa·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord universaliteit universaliteiten
verkleinwoord universaliteitje universaliteitjes

Zelfstandig naamwoord

universaliteit v [2]

  1. geldigheid voor al het genoemde, algemeenheid, alomvattendheid
    • (wiskunde) Universaliteit betekent in de wiskunde en logica dat een eigenschap voor alle elementen van een verzameling geldt 
Synoniemen
  • universeelheid
Afgeleide begrippen
  • universaliteitsbeginsel
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord universaliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.