uitzien
Nederlands
Woordafbreking
- uit·zien
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en zien ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitzien /'œy̆t.sin/ |
zag uit /zɑχ 'œy̆t/ |
uitgezien /'œy̆t.χə.ˌzin/ |
klasse 5
onregelmatig |
volledig |
Werkwoord
uitzien
- een zekere aanblik hebben: zie eruitzien
- Jij ziet er prachtig uit.
- inergatief ~ naar een verlangen koesteren
- Daar zie ik echt naar uit.
Vertalingen
1. een zekere aanblik hebben
Gangbaarheid
- Het woord uitzien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitzien' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.