uitzien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitzien    (hulp, bestand)
  • IPA: /'œy̆t.sin/
Woordafbreking
  • uit·zien
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitzien
/'œy̆t.sin/
zag uit
/zɑχ 'œy̆t/
uitgezien
/'œy̆t.χə.ˌzin/
klasse 5

onregelmatig

volledig

Werkwoord

uitzien

  1. een zekere aanblik hebben: zie eruitzien
    • Jij ziet er prachtig uit. 
  1. inergatief ~ naar een verlangen koesteren
    • Daar zie ik echt naar uit. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitzien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.