uitweiden

Niet te verwarren met: uitwijden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·wei·den
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘in den brede behandelen’ voor het eerst aangetroffen in 1644 [1]
  • samenstelling van  uit bw  en  weiden ww 
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitweiden
weidde uit
uitgeweid
zwak -d volledig

Werkwoord

uitweiden

  1. inergatief ~ over uitgebreid, breedvoerig iets bespreken
    • Er werd eindeloos uitgeweid over de klimaatsproblemen, maar tot weinig actie besloten. 
  1. overgankelijk (landbouw) de ingewanden van dieren verwijderen en over het land verspreiden
    • Ingewanden, kunnen die nog zo maar uitgeweid worden? 

Gangbaarheid

  • Het woord uitweiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.