uitstippelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·stip·pe·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitstippelen
stippelde uit
uitgestippeld
zwak -d volledig

Werkwoord

uitstippelen

  1. overgankelijk vooraf uitzoeken hoe het zal worden
    • De daders konden vooraf geen potentiële vluchtwegen uitstippelen. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitstippelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.