stippelen
Nederlands
Woordafbreking
- stip·pe·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘stippels vormen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1680 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stippelen |
stippelde |
gestippeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
stippelen
- overgankelijk van een reeks punten of vlekken voorzien
- Hij had een kant van de tekening gestippeld en de andere gearceerd.
Gangbaarheid
- Het woord stippelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stippelen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.